You don’t need to be healed…
Donderdag 23 februari 2023 leek een gewone dag. Mike, mijn partner, had me ’s ochtend afgezet bij mijn werk in Leiden. Hijzelf reed door naar Sanquin voor een plasma donatie. Het was zijn 37e keer.
Ikzelf ging een nieuwe collega inwerken. We waren ongeveer 1,5 uur bezig toen mijn mobiele telefoon ging; het was Mike. Verbaasd nam ik op. ‘’Hoi lieverd’’, zei ik. Maar het was Mike niet die belde, het was de arts van Sanquin. In een fractie van een seconde voelde ik mijn lichaam reageren, nog voordat hij verder iets had kunnen zeggen. Mijn hartslag ging omhoog en mijn lichaam begon inwendig te trillen. Er is iets mis, ging door me heen, anders zou Mike zelf wel hebben gebeld. ‘’Uw man is zojuist onwel geworden en we denken aan een hartinfarct. De ambulance is onderweg. Waar bent u?” Mijn hart bonsde nu nog heviger en ik merkte dat mijn handen aan het trillen waren. Mensen zeggen wel eens : het was alsof de grond onder mijn voeten verdween en nu begrijp ik hoe dat voelt.
Ik vertelde dat ik vlakbij het ziekenhuis was waar ze Mike zouden heenbrengen en dat ik er direct aankwam. Tijdens het telefoongesprek ving een collega van mijn team de woorden “Mike’’ en ‘’ziekenhuis’’ op en zei direct: Ik breng je!
Na een aantal onderzoeken bleek dat Mike geen hartinfarct had maar een acute alvleesklierontsteking. “Gelukkig is het niet zijn hart!” appte ik opgelucht aan vrienden en familie die wachtten op nieuws. Die opluchting sloeg echter om in angst toen zijn behandelend arts kwam met de mededeling dat hij echt heel ziek was en opgenomen zou worden op de IC. “Dit kan een heel ernstig beloop hebben’’, zei hij voorzichtig. In mijn lichaam voelde ik een enorme onrust. Maar mijn hoofd nam het over en ik begon mezelf moed in te praten. Hij is sterk, vitaal, gezond. Hij kan dit!
In dit soort situaties is het duidelijk dat er niet zoiets bestaat als controle. Ik probeerde me staande te houden in de branding terwijl de ene na de andere golf over me heen spoelde. Hoop, angst, onzekerheid en verdriet wisselden elkaar af en streden om de voorrang. De momenten dat ik bij Mike mocht zijn, was ik uiterlijk rustig en sterk, voor hem. Hij was bij bewustzijn maar had enorm veel pijn en was hierdoor deels gedissocieerd, oftewel verminderd aanwezig. We konden niet echt met elkaar praten. Ik voelde me volkomen hulpeloos en machteloos en kon alleen maar zijn hand vasthouden. En ik praatte zoveel mogelijk tegen hem om hem gerust te stellen en moed in te praten.
In de dagen die volgden maakte de hoop steeds vaker plaats voor angst toen bleek dat de behandeling niet aansloeg. Langzaam maar zeker begon Mike’s lichaam het op te geven, begonnen zijn vitale organen uit te vallen. Hij was inmiddels in coma gebracht om zijn lichaam rust te geven.
Op zondagmiddag, 3,5 dag na zijn opname, namen de artsen me apart en kwam de mededeling die ik inmiddels al had voelen aankomen: hij zou dit niet overleven. Daarvoor was er teveel lichamelijke schade aangericht door de ziekte. De behandeling zou worden gestaakt en ik wist dat het niet anders kon...
De dagen en eerste weken na zijn overlijden stonden in het teken van overleven, de uitvaart en andere zaken regelen, praktisch bezig zijn. Als mensen vroegen hoe het met me ging zei ik: het gaat goed! Ik had wel mijn verdrietige momenten maar werd vooral gedreven door actie en daadkracht. ‘’Ik kan dit!” was mijn mantra.
Na plm. 1,5 maand kwam de man met de hamer. In de vroege uren van een zondagochtend in april werd ik wakker met pijn in mijn maagstreek en een hevig bonzend hart. Ik besloot mijn bloeddruk te meten en tot mijn verbijstering was die sky high, evenals mijn hartslag. De pijn in mijn maagstreek bleef en straalde ook uit naar tussen mijn schouderbladen. Ik was niet misselijk of kortademig, maar omdat ik wist dat een hartinfarct bij vrouwen niet altijd vergelijkbaar is met die van mannen, besloot ik 112 te bellen. Toen de ambulance kwam, bleek mijn hartritme in orde en na het horen van mijn verhaal, werd de conclusie getrokken dat ik waarschijnlijk vooral somatisch reageerde op een schokkende gebeurtenis en de stress die hierdoor was vrijgekomen. Ze vonden het niet nodig om me mee te nemen naar het ziekenhuis. Ik vond dat zelf ook wel een plausibele verklaring maar helemaal gerustgesteld was ik nog niet. De volgende ochtend zat ik bij de huisarts en kreeg ik medicatie.
In de maanden daarna volgden nog een aantal aanvallen van hoge bloeddruk en een te snelle hartslag. Ik voelde ze nl. aankomen, altijd vanuit rust. Als ik in bed lag of op de bank zat of aan het mediteren was.
Ik belandde tweemaal op de eerste harthulp en was nog nooit zo vaak bij mijn huisarts en in het ziekenhuis geweest in mijn hele leven tot nu toe dan in deze maanden. Opeens zat ik volop in de angst. De angst dat ik ook iets ernstigs zou blijken te hebben en ook ‘’zomaar’’ dood zou kunnen gaan. Wat in mijn fantasie dan ook gebeurde. Ik was voor mijn gevoel de controle kwijt en heb me nog nooit zo ellendig en bij tijden ook zo alleen gevoeld. Ondanks de steun van alle lieve mensen om me heen.
Op mijn website staat:
Het is mijn overtuiging dat het leven is bestemd om alles te ervaren, te proeven en te omarmen. Ook pijn, verdriet en lijden hebben hierin hun plaats. We kunnen hiermee op verschillende manieren omgaan: vanuit verzet of vanuit overgave. Verzet is meestal onze eerste reactie, we willen immers geen pijn en verdriet voelen. Toch zit onze bevrijding in overgave, in het aanvaarden van wat er op ons pad komt. Dat wil niet zeggen dat we alles dan maar lijdzaam moeten ondergaan. Het leven omarmen wil niet zeggen dat we niet mogen streven naar verandering, verbetering en geluk. Het betekent ook niet dat we misstanden met de mantel der liefde bedekken of ontkennen dat er soms hele verdrietige dingen gebeuren. Het betekent alleen dat we ons niet verzetten tegen wat zich aandient.
Ik besef nu dat de plotselinge dood van mijn partner me de directe ervaring heeft gebracht die ik nodig had om dit proces zelf te doorvoelen en te doorleven.
Ondanks mijn welgemeende tekst, zat ik zelf volop in het verzet tegen wat zich aandiende in mijn leven, op die 23e februari en in de maanden daarna.
Inmiddels gaat het een stuk beter met me. Het lukt me steeds beter om me over te geven aan het mysterie dat Leven heet. Mijn lichaam is mijn beste graadmeter geworden. Als ik niet in balans ben, reageert het direct en weet ik dat het tijd is om te rusten en te ontspannen.
Waarom ik dit deel? Omdat ik wil dat je weet dat het ok is om je alleen en ellendig te voelen als je een heftige gebeurtenis meemaakt. Dat het ok is als je het niet meer weet. Dat het ok is als de angst je in zijn greep heeft en je wanhopig probeert om je niet zo te voelen.
Wat je ook hebt meegemaakt of nu nog meemaakt in je leven: het is ok. Jij bent ok, ook al voelt dat nu misschien niet zo.
En hoe ellendig het nu ook is: het gaat voorbij, er komen altijd weer andere tijden.
Je bent niet kapot, er is niets verloren. Je bent gewoon een mens die ervaringen heeft, soms prettige, soms onprettige. Elk menselijk wezen dat op deze planeet rondloopt, heeft die ervaringen, zelfs therapeuten. En soms hebben we wat hulp nodig om met die ervaringen om te gaan. That’s all.
In de woorden van Jeff Foster: You don’t need to be healed, you just need to be held.